2e zondag na Pasen

Auteur: Marcel Braekers
Datum: 24-04-2022
Liturgische tijd: Paastijd
Liturgische jaar: C
Jaar: 2021-2022
Lezingen: Hand.5, 12-16: Steeds meer mensen geloofden | Apoc.1, 9-11a.12-13.17-19: Zie, Ik leef | Joh.20, 19-31: Acht dagen later kwam Jezus

 

Thomas’ weg naar geloven

Het was een geweldige samenkomst met begeesterende toespraken en aangrijpende getuigenissen. Er werd gedanst en geroepen, visioenen openden nieuwe horizonten, er was ruimte voor dromen en fantasie. Arme luizen deelden hun niets met rijke burgers. Kreupelen, daklozen, tandeloze oudjes, allen zaten ze gelukzalig rond de feesttafel. Brood en wijn werden rondgedeeld, er was genoeg voor iedereen. Een nieuwe tijd was aangebroken… 

Zo stel ik mij voor dat die eerste christenen zich voelden toen ze doordrongen van de Geest geloofden dat Jezus niet ten onder was gegaan maar leefde in de Vader en als inspirerende Kracht was teruggekeerd. Hoe moest je dit zeggen? Een bijzonder woord schoot hen te binnen. ‘Verrijzenis. Jezus is opgericht in Licht door Diegene waarover hij had getuigd en hij is op een nieuwe manier bij ons.’ De donkere, neerdrukkende tijd was voorbij. De angst geleden, de nacht had plaats gemaakt voor een stralende morgen.

Maar eentje had deze samenkomsten gemist en de uitgelaten sfeer bleef hem vreemd. Het was Thomas, mijn tweelingbroer of Didymus, zoals de evangelist hem noemt. Gelijken we op elkaar? Is hij net als ik: eerst zien en dan geloven. Of sterker nog dan ik: hij moet eerst iets grondig ondervinden, met heel zijn lichaam iets beleven eer hij wil veranderen. Die tweelingbroer van mij is een bijzonder man. Hij kan meetrillen met het verdriet van anderen, hij kan opveren van verontwaardiging als iemand onrecht wordt aangedaan, hij krimpt in elkaar om wat volkeren elkaar aandoen. Zo stel ik mij voor wat een bijzondere man die Thomas was. ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven’ zei hij korzelig. ‘Wil je dan Jezus in je armen nemen zoals hij van het kruis werd gehaald’, vroeg ik hem? Maar Thomas schudde met het hoofd. ‘Ik zie niet alleen zijn lijden, maar in hem alle leed dat over deze aarde hangt, en ik wil er mijn hand op leggen. Ik wil de vinger op de wonde leggen en begrijpen wat met deze wereld en met dit leven aan het gebeuren is. Slechts dan kan ik geloven.’  Zo stond hij daar, eerlijk en beslist.

Er is toen een wonder gebeurd. Thomas onderging niet meer al dat leed als een meesleurende stroom, hij wilde het meemaken zonder te breken, nabij zijn en toch zichzelf blijven zodat dingen lichter werden. Dat werd zijn ervaring van Jezus. Als Jezus niet was gebroken en weggeworpen in de put van niets, dan is er niet alleen voor Hem toekomst maar voor ieder die lijdt en is er perspectief voor vastgeroeste conflicten. Mijn tweelingbroer werd mijn gids en leerde mij dat alleen de kwetsbaarheid, het doorlaatbare membraan voor leven dat uit handen wordt geslagen, mij opent voor de bevrijding die wij ‘verrijzenis’ zijn gaan noemen.

Misschien heb je ook wel vernomen dat theologen ons leerden dat dit verhaal werd verteld om erop te wijzen dat de vraag van Thomas naar de wonden bedoeld was om aan te tonen dat de aardse en de verrezen Heer dezelfde zijn. En we moeten leren geloven zonder te zien, zo leren ze ons. Blind misschien, springen zonder stok? Dat bleef voor mij veraf. Omdat Thomas mijn tweelingbroer is en we zoveel gelijken op elkaar, had ik een andere ervaring en moest ik wel met hem op weg. We hadden geen andere keuze. Het machteloze verdriet en het onverteerbare onrecht werden onze vindplaats naar verrijzen.

Marcel Braekers o.p.

Preek van de week

Inschrijving

Indien u iedere week een voorstel van preektekst van een dominicaan of een lekendominicaan wilt ontvangen, vragen wij u om uw inschrijving te bevestigen door te klikken op de link. Wij danken u bij voorbaat voor uw interesse in ons initiatief.

Onze preken

  • 1
  • 2